Leendert Willem
van den Muyzenberg
(1869-1947)
Leendert Willem van den Muyzenberg (Hellevoetsluis 1869-Soestdijk 1947), zoon van Cornelis van den Muyzenberg (1839-1909) en Geertrui van der Made (1839-1934), kreeg zijn opleiding aan de Franse school voor Meer Uitgebreid Lager Onderwijs (MULO) in zijn geboorteplaats. Zo ontving hij een degelijke opleiding in onder meer boekhouden, moderne talen en handelscorrespondentie.
Door de verhalen van zijn oom Dirk van der Made, die als ingenieur in Moskou werkte, was zijn belangstelling voor Rusland al vroeg gewekt. Op zijn negentiende vertrok hij zelf in dienst van de, door oom Dirk opgerichte, Hollandsche Maatschappij tot Zoutexploitatie in Rusland. De HMZER had in Stoupky, Zuid-Rusland (nu Oekraïne), een zoutmijn opgericht. Tot 1920, toen de Sowjetregering de mijn naastte, speelde de carrière van Leen van den Muyzenberg zich af binnen de organisatie van de HMZER: boekhouder-correspondent, hoofd van het verkoopbureau in Warschau, commercieel directeur van de mijn, weer in Stoupky.
Na een gevaarlijke vlucht in 1920 en het failliet van de HMZER, vond hij in Rotterdam werk als administrateur van de verhuisfirma Moll en als leraar Russisch aan de Rotterdamse Handelsavondschool. Hij is bekend van het lange pleidooi dat hij voor zijn leerlingen schreef: `Zal ik Russisch leren?’ Zijn antwoord op de vraag was: ‘Leert Russisch en leert het grondig.’